Похожие презентации:
Verba met vast prepositie
1.
{Verba met vast prepositie
2. NAAR
gaanNAAR
3. tegen
iets zeggentegen
4. met
pratenmet
5. met
sprekenmet
6. aan
iets vragenaan
7. tegen
iets vertellentegen
8. aan
denkenaan
9. over
nadenkenover
10. van/over
dromenvan/over
11. met
vergelijkenmet
12. van
genietenvan
13. bij/aan
iets bestellenbij/aan
14. aan
iets gevenaan
15. van
iets krijgenvan
16. met
stoppenmet
17. met
beginnenmet
18. aan
lijdenaan
19. van
genezenvan
20. bij
op bezoek gaanbij
21. aan
verslaafd zijnaan
22. voor
bang zijnvoor
23. van
schrik hebbenvan
24. op
wachtenop
25. naar
sturennaar
26. in/voor/aan
studerenin/voor/aan
27. bij
langsgaanbij
28. naar
kijkennaar
29. naar
luisterennaar
30. met
blij zijnmet
31. op
kwaad/boos zijnop
32. naar
verlangennaar
33. voor/aan
zich inschrijvenvoor/aan
34. aan
deelnemenaan
35. voor
slagenvoor
36. voor
buizen/falenvoor
37. van
houdenvan
38. voor
zorgenvoor
39. over
zich zorgen makenover
40. op
zich voorbereidenop
41. op
rekenenop
42. over
lezenover
43. over/aan/naar
schrijven/e-mailenover/aan/naar